Els van den Graven - Korte || Atje Klein Langenhorst - Bremer || Nienke Jansen - Pieper || Mirja Strijker - Oosterhuis

Transformatiefase

De transformatiefase kan al een tijd voor de bevalling doorzet beginnen. Je krijgt menstruatiekrampen, harde buiken en soms ook voorweeën. Ze kunnen een poosje regelmatig komen maar houden na een tijdje weer op. Ze zijn niet erg pijnlijk en zorgen niet voor ontsluiting. Al dit gerommel is niet voor niets! Ze zorgen voor het verweken en verstrijken van de baarmoedermond. Je kunt je baarmoeder voorstellen als een grote opgeblazen ballon met een tuitje dat dichtzit om de lucht binnen te houden. De baarmoedermond is als dat tuitje. In de zwangerschap is dit tuitje zo hard als het puntje van je neus en ligt richting je rug. Voorweeën in de transformatiefase zorgen ervoor dat je baarmoedermond zacht en week wordt, zo zacht als je lippen. Daarna gaat je baarmoedermond centraal liggen, dat betekent dat de baarmoedermond recht voor de uitgang komt te liggen. Tegelijkertijd gaat het tuitje verstrijken: de baarmoedermond verkort zich en verdwijnt uiteindelijk helemaal. Als je de ballon in gedachten hebt blaas je die tot het uiterste op, het tuitje verdwijnt dan in de ballon. Kortom: de transformatiefase hoort eigenlijk niet bij de bevalling maar zorgt voor het verweken, verstrijken en centreren van de baarmoedermond. Daarna dan de baarmoedermond open gaan en zit je in de ontsluitingsfase.